ADHD: Mijn verhaal
Aanpassing van doelgroep
Na een hele poos wikken en wegen heb ik besloten dat ik mijn doelgroep verander. Als coach èn ervaringsdeskundige denk ik vrouwen, die in hun gezin met ADHD te maken hebben, veel te kunnen bieden.
Het kan zijn dat je je niet meer herkent in deze doelgroep en je afmeldt voor mijn nieuwsbrief. Daar heb ik alle begrip voor. Maar voordat je dat doet, wil ik je hulp vragen om in je omgeving na te gaan of je vrouwen kent die in mijn nieuwe doelgroep vallen. Ik hoop dat je mijn nieuwsbrief naar hen door wilt sturen. Wellicht kan ik hen helpen een goede balans tussen werk, gezin en zichzelf te vinden.
De reden waarom ik mijn doelgroep verander is omdat ik een bijdrage wil leveren aan de positieve beeldvorming rond ADHD. Uit eigen ervaring weet ik hoe negatief er over ADHD gedacht en gesproken wordt door onwetende mensen. Deze bevooroordeeldheid zorgt ervoor dat kinderen en volwassenen met ADHD niet dezelde kansen in het leven krijgen als ‘gewone’ kinderen en volwassenen. Ik hoop dat ik, door het coachen van vrouwen die in hun gezin te maken hebben met ADHD, een steentje kan bijdragen aan deze positieve beeldvorming.
Mijn persoonlijke verhaal
Sinds 2008 heb ik in mijn gezin te maken met een partner en twee zoons met ADHD. Mijn oudste zoon, nu 12 jaar, werd als eerste gediagnosticeerd. Ik hoor het de kinderpsychiater nog zeggen: ‘Uw zoon heeft ADHD, en niet zo’n beetje ook!’. Mijn wereld stortte in. Ik kende niemand met ADHD, en was behoorlijk bevooroordeeld. ADHD: Alle Dagen Heel Druk, het is een modeverschijnsel, een opvoedingsprobleem. ADHD-ers zijn lastpakken en hebben een mentale achterstand.
Uiteindelijk duurde het vier jaar om ADHD in mijn leven te aanvaarden. Ik koos er destijds voor om de strijd met mijn gevoelens alleen te voeren. Nu ik daarop terugkijk had ik heel graag iemand gehad met wie ik mijn angsten, twijfels en innerlijke strijd had kunnen delen. Iemand die me had kunnen begeleiden bij het proces van aanvaarding, zodat ik de balans tussen mijn werk, gezin en mezelf al op een veel eerder tijdstip had gevonden.
Fases naar Aanvaarding
De weg naar aanvaarding volgde een aantal fases, die werden voorafgegaan door ontkenning en werden afgesloten met aanvaarding. De fases van schaamte, opluchting, twijfel en angst liepen kris-kras door elkaar heen.
- Ontkenning
- Schaamte
- Opluchting
- Twijfel
- Angst, onzekerheid
- Aanvaarding
- Ontkenning
Mijn verstand en gevoel waren niet in overeenstemming. Dat mijn zoon ADHD had kon ik verstandelijk geloven, maar dit was onverenigbaar met mijn gevoel. Hoe ik mijn zoon zag en zie: hij is creatief, grappig, enthousiast, zorgzaam, behulpzaam, gevoelig en lief. Hij kan zich niet goed concentreren, is druk en impulsief. Maar ook goudeerlijk en zich heel goed bewust van goed en kwaad. Hij lijkt in niets op de lastpakken met ADHD die ik voor ogen had. De vooroordelen die ik had, kon ik dus niet rijmen met mijn zoon en in plaats van mijn vooroordelen bij te stellen, trok ik de diagnose in twijfel. Pas toen ik aanvaardde dat het was zoals het was, kwamen mijn gevoel en verstand bij elkaar en vond ik de balans in mijzelf.
- Schaamte
Bovendien schaamde ik me dat mijn zoon ADHD had. Wat moesten mensen daar wel niet van denken? Later kwam ik erachter dat mensen over het algemeen helemaal niet zo bezig zijn met andere mensen en dus geen mening over hen hebben. Belangrijker was de ontdekking dat waar ik bang voor was, meer zei over hoe ik in het leven stond dan over anderen. Om dat te veranderen was het noodzakelijk om te onderzoeken waar dit vandaan kwam.
- Opluchting
Aan de andere kant was er opluchting omdat mijn zoon niets aan zijn gedrag kon doen. Dat was de reden waarom mijn schaamte mij er niet van weerhield mensen te vertellen dat hij ADHD heeft. Er was een reden voor zijn gedrag. Er was een excuus. Het pleitte hem, maar ook mij, vrij.
Natuurlijk was dit niet genoeg en moesten er dingen veranderen bij ons thuis. We moesten veel consequenter worden en meer structuur bieden. Ook moest de aandacht meer gericht worden op de dingen die wèl goed gingen in plaats van op de dingen die niet goed gingen. Tegenover iedere negatieve opmerking, moesten minimaal 5 complimenten staan, werd ons geleerd op een oudercursus.
- Twijfel
Inmiddels begon ik steeds meer aan mezelf en aan mijn zoon te twijfelen. Ik vroeg me af of ik wel zo’n goede opvoeder was en of het beeld dat ik van mijn zoon had wel klopte met de werkelijkheid. Ik had heel veel vragen, maar geen antwoorden.
- Angst
Ook angst speelde een grote rol. Angst voor zijn toekomst. Of hij wel goed terecht zou komen. Ik was bang dat zijn concentratie-stoornis hem zou verhinderen een goede opleiding te volgen. Inmiddels was ook dyslexie bij hem vastgesteld en dat maakte mijn angsten niet minder. Nu, bijna 5 jaar later, weet ik dat hij er wel komt. Het wordt niet de snelle route, maar het komt wel goed met hem.
Ik was ook bang dat het waar was wat anderen over mijn kind zeiden, dat mijn zoon een leugenaar was, een kind was dat altijd ruzie zocht, dat expres andere kinderen pijn deed en hun speelgoed stukmaakte.
Totdat ik onder oven durfde te zien dat de ‘waarheid’ ergens in het midden ligt. Nee, mijn zoon is geen heilide en ja, natuulijk liegt hij weleens. Doen niet alle kinderen dat op zijn tijd? Ook is het waar dat hij vaak in conflict was met andere kinderen en dat lag vaak aan hem. Hij is sociaal niet sterk. Hij heeft een minder goed ontwikkelde motoriek en is daardoor best onhandig. Er gaan inderdaad vrij vaak dingen kapot, maar gelukkig nooit expres.
Inmiddels kan ik het naast me neerleggen wat anderen over mijn kind denken. Mijn eigen onzekerheid daarover heeft plaatsgemaakt voor een rotsvast vertrouwen in mijn zoon. Hij is het waard.
Pas toen ik deze dingen onder ogen zag, ontstond er ruimte voor aanvaarding.
Mijn partner met ADHD
Mijn partner liet zich twee jaar later diagnosticeren, omdat hij zichzelf zo herkende in zijn zoon. Zijn diagnose was bijna een opluchting: ‘Hahaha, grapte ik tegen hem, ‘nu weten we waar het vandaan komt dat jij zo chaotisch bent’. Maar schijn bedriegt: ik vond het vreselijk te beseffen dat de dingen waar ik bij mijn man tegenaanliep niet veranderd konden worden, omdat hij nu eenmaal zo was.
Hij begint aan van alles, maar maakt zelden iets af. In ieder geval niet in één keer. Wanneer hij de keuken opruimt eindigt hij, via de schuur, de huiskamer en het toilet, steevast op zolder, de keuken in absolute chaos achterlatend.
Hij mist focus en concentratie en is vreselijk impulsief. Plannen lukt niet met hem. Veranderingen moeten ver van tevoren aangekondigd worden zodat hij eraan kan wennen, anders gaan de hakken in de klei. Stilzitten kan hij niet. Ja, 5 minuten voor een kopje koffie, maar daarna is hij weer een druk baasje. Druk met niets, zeg ik wel eens, als ik naar de chaos kijk die hij achterlaat. Vroeger plaagde ik hem altijd dat zijn hoofd permanent leeg was. Hij denkt nooit ergens aan. Niet aan verjaardagen, belangrijke andere data. Niet aan hoe het met mij gaat, niet aan hoe het met anderen gaat. Niet kwaad bedoeld, hoor, maar zo is het wel. Hoeveel tijd ik er niet ingestoken heb om deze dingen te veranderen. Ik ging er altijd vanuit dat als hij zich er maar van bewust was, dat hij zelf wel zou veranderen. Nou, niet dus!
Nu pas weet ik dat zijn hoofd helemaal niet leeg is, maar juist overvol, waardoor hij niet gestructureerd kan nadenken. En juist dit maakt hem tot zo’n leuke man. Zijn ongestructureerde manier van denken heeft vaak leuke en onverwachtse uitkomsten. Dat maakt hem creatief en heeft ervoor gezorgd dat hij is wie hij is. Ik ben supertrots op hem.
En nu verder…
Uiteindelijk werd begin 2012 mijn jongste zoon gediagnosticeerd met ADD, alhoewel wij denken dat ook hij het Hyper-gen geërfd heeft. Mijn strijd was inmiddels gestreden, de aanvaarding een feit. Het was jammer dat ook hij een diagnose kreeg, maar het had en heeft geen invloed meer op mij en op hoe ik in de wereld sta. Stevig en rechtop, in staat mijn zoons en partner de liefde te geven die zij nodig hebben en hen te begeleiden naar een zinvol en waardevol leven met ADHD.